Bij zinsontleding bepaal je eerst het gezegde en het onderwerp. Je vindt het lijdend voorwerp door in een zin te vragen: wie/wat + gezegde + onderwerp. Als zinsdeel kunnen bijzinnen functies vervullen als onderwerp (1), lijdend voorwerp (2) enzovoort: (1) Dat hij niet is komen opdagen, verbaast me niet. Als je je afvraagt: “Wat heeft hij zijn moeder laten zien?”, Dan kun je zien dat het museum is wat hij zijn moeder heeft laten zien, en dat is het directe object. Het lijdend voorwerp Het lijdend voorwerp is een zinsdeel da t aan twee eigenschappen moet voldoen. Zoek het lijdend voorwerp in zinnen met transitieve werkwoorden. Voorbeelden: Bij een meewerkend voorwerp kun je aan of voor toevoegen of weglaten. Voorbeeld: Denise showde haar moeder haar nieuwe kleren. Leestekens. De meeste zinnen bevatten een persoonsvorm, een werkwoordelijk gezegde en een onderwerp. Door te vragen: Aan wie (wat) / voor wie (wat) + persoonsvorm + onderwerp + (lijdend voorwerp) + rest van het gezegde. Het lijdend voorwerp is degene die of datgene wat de handeling ondergaat die door het gezegde wordt uitgedrukt. In dit voorbeeld is het lijdend voorwerp 'het nieuwe museum'. Hoe vind je het meewerkend voorwerp? Een bijzin kan ook een bijwoordelijke bepaling zijn. Naast het onderwerp en het gezegde hebben veel zinnen ook een lijdend voorwerp. 'mijn band' is lijdend voorwerp. Hoofdletter en punt Een lijdend voorwerp en een naamwoordelijk gezegde sluiten elkaar uit. Veel zinnen hebben ook een lijdend voorwerp.. Met het lijdend voorwerp gebeurt iets, . Jan heeft de bloemen aan Maria gegeven. Bv. Nederlands is niet moeilijk, gewoon even oefenen. Voorbeeld 1 André… Het lijdend voorwerp is een zinsdeel.Dit is soms één woord, maar het kan ook uit meerdere woorden bestaan. a. Het begint NOOIT met een voorzetsel. Denise; En wat wordt er door Denise geshowd? Uitleg over: Meewerkend voorwerp (indirect object). b. Het is het zinsdeel dat met het woord van begint als je de een zin maakt die begint met het woord HET samen met de infinitief van het hoofdwerkwoord. (2) Ik heb gehoord dat hij weer terug is. We spreken dan van bijwoordelijke bijzinnen. 4. Wie showt hier iets? Voorbeelden. Het kan een persoon of een ding zijn. haar nieuwe kleren; Die kleren doen zelf niets, die ondergaan de handeling (de persoonsvorm). Leestekens zelfstandig leren en oefenen. Het lijdend voorwerp ondergaat de handeling; het wordt gedaan.Kijk maar naar het volgende voorbeeld: Vraag: Wat plak ik? Lijdend voorwerp herkennen Meewerkend voorwerp herkennen Toets zinsontleden Oefenen met zinsontleden - verkort Oefenen met zinsontleden - niet verkort Blokboek ontleden. Antwoord: mijn band. Het lijdend voorwerp of direct object is diegene op wie of datgene waarop de werking van het werkwoord rechtstreeks betrekking heeft; in sommige gevallen is het lijdend voorwerp het onmiddellijke resultaat van de door het werkwoordelijk gezegde omschreven handeling. Lijdend voorwerp. Een lijdend voorwerp komt alleen voor bij werkwoorden die iets doen.Het komt dan ook nooit voor bij een naamwoordelijk gezegde. Het lijdend voorwerp is het deel van de zin dat niet zelf handelt of actief is, maar dat de handeling ondergaat. Dan kijk je of er ook een lijdend voorwerp in de zin staat. Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp. Nakijk leestekens zelfstandig leren en oefenen Werkbladen per onderdeel 1. 21-mei-2018 - oefenen, junior einstein, lijdend voorwerp, wat of wie + onderwerp + gezegde, overzichtskaart, zinsontleding, niet in elke zin Bekijk de zin: Ik plak mijn band. het 'ondergaat' wat in het gezegde staat. jufmelis.nl In zinnen met een meewerkend voorwerp staat ook vaak een lijdend voorwerp. Lijdend voorwerp.